Arthur met Eloy Room naar Vitesse
31 januari 2024
Arthur gaat door een verdrietige periode. Een aantal maanden geleden is zijn moeder, na een lang en slopend ziekbed, overleden. Arthur is enorm aangeslagen en hij vindt het moeilijk om dit alles een plekje te geven. Zijn vader Arthur gunt hem daarom even wat positiefs. En samen met FC Robinstijn, Vitesse en de Vriendenloterij, wordt er een grootst en geweldig plan opgezet. Arthur is zelf keeper en hij droomt er van om later prof keeper te worden bij Vitesse, net als zijn grote idool Eloy Room.
Het is woensdag, vroeg in de, ochtend, op 31 januari. Nietsvermoedend stapt Arthur de cafetaria binnen van zijn vader Jeroen. Jeroen heeft Arthur wijs gemaakt, dat er filmopnames gemaakt worden voor een bedrijfsfilmpje en dat zijn zoon in de zaak aanwezig moet zijn. Een leugentje om bestwil, want binnen er komt een dame binnen wandelen met een groot pakket, voor Arthur. Hij is verbaasd, opent de doos en ziet een prachtig nieuw keeperstenue in de doos, met zijn naam er op. “Vitesse” roept hij stamelend en vol verbazing uit. “Heb jij hier iets mee te maken?” vraagt hij aan zijn vader.
Maar Jeroen weet zogenaamd van niks. Dan krijgt Arthur ineens een appje. Een random nummer….het is een videoboodschap van zijn grote held, Eloy Room. De keeper van Vitesse. Eloy spreekt Arthur persoonlijk toe en hij laat hem weten dat hij een paar hele gave verrassingen voor hem heeft. En..hij zegt; “tot gauw kerel”. En wederom staat hij met een mond vol tanden. Dan komt er een knalgele Lamborghini de straat in rijden, met het typische geluid van een racemonster. Hij stopt voor de cafetaria. Paskie Rokus, ambassadeur van Vitesse stapt de cafetaria binnen en vraagt naar Arthur. Hij neemt Arthur mee naar buiten en de glimlach om zijn lippen, maken plaats voor een brede lach. Het begint Arthur steeds meer te dagen, dat dit wel eens een hele bijzondere dag zal worden. Hij stapt in de Lambo en de chauffeur brengt hem naar trainingscomplex Papendal.
Aangekomen op Papendal, neemt Paskie Arthur mee naar het veld en hij heeft nog een waanzinnige verrassing voor Arthur. Niemand minder dan Eloy Room, zijn grote held, komt het veld opgelopen. Arthur is super blij en ietwat verlegen. Hij trekt zijn nieuwe keeperstenue aan en hij krijgt van Eloy zijn keepershandschoenen. Samen trainen ze op doel. Prachtig hoe Eloy de tijd neemt voor Arthur en hij geeft hem wat tips. Na afloop van de training heeft Eloy nóg een verrassing voor hem. Arthur mag namelijk, aanstaande wedstrijd van Vitesse, in de rust, penalty’s stoppen in een volle GelreDome. Arthur kan zijn blijdschap niet op. Hij is zichtbaar aangedaan en hij kan niet wachten tot het zondag is.
De zondag breekt aan en samen met zijn vader, zijn zus en zijn eigen voetbalteam, betreden ze het Gelredome. Daar mag Arthur met Eloy aan de hand, in de line-up het veld oplopen. Hij oogt ontspannen en blij en hij zegt stoer tegen Eloy; “wel je best doen zo hè”. Dan is het rust en samen met een paar dappere teamgenoten van SC Rijnland, betreed Arthur het veld. De stadionspeaker heet Arthur welkom en hij kondigt hem aan, als een echte profvoetballer. Vervolgens stapt Arthur, als een echt prof in het doel en hij zweept het publiek op. Hij heeft een paar mooie reddingen en het publiek juicht hem toe. Wat is hij aan het genieten. En vooral, hij kan even alle ellende vergeten. Vader Jeroen, staat langs de zijlijn en geniet ook met volle teugen. Wat is het bijzonder dat Vitesse dit mogelijk maakt, voor zijn kleine jongen. Jeroen is iedereen vreselijk dankbaar. Het is een herinnering die ze voor altijd met zich mee zullen dragen.
Na afloop van de wedstrijd, komt Eloy nog even naar Arthur toe en hij vraagt of hij genoten heeft. Arthur knikt over enthousiast. Dit was de mooiste dag van zijn leven. Eloy wenst hem veel sterkte; “hou je koppie op hè”. Het was een hele bijzondere wensvervulling en Arthur heeft weer wat positieve energie om uit zijn dal te krabbelen.
Arthur met Eloy Room
Een speciaal woord van dank aan:
Vitesse
Eloy Room; keeper Vitesse
Paskie; Rokus; Ambassadeur van Vitesse
Buena Vida; Danny Vijverberg